Investeringen TenneT in stroomnet lopen vanaf 2025 jaarlijks op naar minimaal 6 miljard euro

De netbeheerder herhaalt zijn boodschap dat om de huidige klimaatdoelstellingen te halen fundamentele veranderingen nodig zijn in de planning, werking en configuratie van het hele elektriciteitssysteem.

Target Grid
Omdat een veilig en betrouwbaar hoogspanningsnet een van de doorslaggevende factoren is voor de energietransitie, ontwikkelt en bouwt TenneT een net dat in 2045 klaar is voor een fossielvrij energiesysteem: het Target Grid dat de productie van 100 procent hernieuwbare stroom op zee en op land faciliteert.

TenneT verwacht dat zijn investeringen in 2030 26,7 gigawatt aan windmolens op zee mogelijk maken. Momenteel staat de teller op 8,5 gigawatt aan op zee opgewekte stroom die aan land wordt gebracht.

Het hier en nu
‘Terwijl we in hoog tempo werken aan de aanleg en het onderhoud van ons net voor een fossielvrije toekomst, groeit ook de vraag naar netcapaciteit in het hier en nu snel’, stelt Manon van Beek, chief executive officer van TenneT. ‘Lineaire groei alleen kan deze vraag niet oplossen, dus kijken we naar vele manieren om slimmer gebruik te maken van ons bestaande netwerk en investeren we veel tijd en moeite in het zogenoemde systeemdenken. Dit laatste omvat holistische oplossingen en systemische planning voor het hele energiesysteem en is een echte sprong voorwaarts voor de energietransitie. We richten ons op snellere projectoplevering, proactieve planning en innovatieve oplossingen.’

Het grootschalige investeringsprogramma van TenneT vereist brede, duurzame en tijdige toegang tot financiering met een goede balans tussen eigen vermogen en vreemd vermogen om de solide kredietratings te behouden. De netbeheerder stelt zeer blij te zijn met de 4,25 miljard euro aan eigen vermogen die door de Nederlandse overheid is toegezegd voor activiteiten in Nederland. Voor de kapitaalvereisten van TenneT zijn Duitse activiteiten worden de opties nog onderzocht. De netbeheerder stelt er alle vertrouwen in te hebben dat het in 2022 samen met het Nederlandse ministerie van Financiën tot een oplossing komt.