Er staan in Nederland nu 451.000 vacatures open per eind maart.
Helft
Net als in voorgaande kwartalen stonden de meeste vacatures open in de handel, zoals blijkt uit onderstaande tabel. Samen met de zakelijke dienstverlening en de zorg is de handel goed voor bijna de helft van alle openstaande vacatures.
Sector |
Aantal vacatures |
Handel |
89.700 |
Zakelijke dienstverlening |
73.700 |
Zorg |
60.900 |
Horeca |
44.600 |
Industrie |
37.100 |
Informatie en communicatie |
28.100 |
Bouwnijverheid |
26.800 |
Openbaar bestuur |
20.000 |
Vervoer en opslag |
20.000 |
Cultuur, recreatie en overige diensten |
12.700 |
Onderwijs |
11.600 |
Financiële dienstverlening |
11.700 |
Verhuur en handel onroerend goed |
3.700 |
Landbouw en visserij |
3.600 |
Totaal |
451.000 |
11 miljoen banen
De toegenomen krapte op de arbeidsmarkt is het resultaat van een aanhoudende groei van het aantal vacatures, met 59.000, en een verdere daling van het aantal werklozen met 32.000. Het aantal banen nam toe met 127.000 naar een recordhoogte van ruim 11 miljoen stuks.
In het eerste kwartaal ontstonden er 418.000 nieuwe vacatures, 43.000 meer dan het kwartaal ervoor en 41.000 meer dan het vorige record in het derde kwartaal van 2021. Er werden 6.000 vacatures meer vervuld (inclusief vervallen vacatures), waardoor het record van het vorige kwartaal (353.000) werd overtroffen.
Vacaturegraad in horeca verdubbeld
De vacaturegraad, die in het vierde kwartaal gelijkbleef in vergelijking met het kwartaal ervoor, nam in het eerste kwartaal van 2022 toe tot 51 vacatures per 1.000 banen van werknemers. Met 112 vacatures op 1.000 werknemersbanen verdubbelde de vacaturegraad in de horeca. Niet eerder werd er in enige bedrijfstak een vacaturegraad gemeten boven de 100.
De informatie en communicatie had met 91 vacatures per 1.000 banen ook een bovengemiddelde vacaturegraad. In het onderwijs bleef de vacaturegraad met 19 onveranderd. Opnieuw had deze bedrijfstak de laagste vacaturegraad.
Langdurig werklozen afgenomen
Het aantal langdurig werklozen, degenen die al een jaar of langer op zoek zijn naar werk, bedroeg 83.000 in het eerste kwartaal van 2022. Een kwartaal eerder waren dat er 91.000. Hiermee is de langdurige werkloosheid sinds het eerste kwartaal van 2021 vrijwel voortdurend gedaald.
In het eerste kwartaal van 2022 bestond het onbenut arbeidspotentieel uit 1,1 miljoen mensen, 75.000 minder dan een kwartaal eerder. Daarmee is het onbenut potentieel voor het zevende achtereenvolgende kwartaal gedaald.
Onbenut arbeidspotentieel
Het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit 4 deelgroepen. Het ging in het eerste kwartaal naast 338.000 werklozen om 182.000 mensen die direct beschikbaar waren voor werk, maar niet recent hebben gezocht. Verder gaat het om 119.000 mensen die niet beschikbaar waren, maar wel hebben gezocht. Deze 2 groepen worden ook wel semiwerklozen genoemd. De vierde groep bestaat uit 491.000 onderbenutte deeltijdwerkers. In tegenstelling tot de andere groepen hebben zij wél betaald werk. Zij geven aan in deeltijd te werken, meer uren te willen werken en hier ook direct beschikbaar voor te zijn.
De daling van het onbenut arbeidspotentieel in het eerste kwartaal van 2022 ten opzichte van een kwartaal eerder is deels het gevolg van een daling van het aantal werklozen met 32.000. Daarnaast daalde ook het aantal personen dat direct beschikbaar is maar niet heeft gezocht in deze periode met 27.000 en het aantal onderbenutte deeltijdwerkers met 19.000.