logo
wvhj2023
© Kieszon
© Kieszon
18 mei 2022

Kabinet pakt regie in ruimtelijke ordening, inzet zonnepanelen op daken versterkt

Minister De Jonge meldt dat het kabinet de regie pakt bij de ruimtelijke ordening van Nederland en wil in 2023 afspraken per provincie vastleggen. Onder meer de inzet van zonnepanelen op daken wordt versterkt.

De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening meldt aan de Eerste en Tweede Kamer dat ruimtelijke opgaven groot zijn en de ruimte schaars is en dat dit om landelijke regie vraagt.

Verdeelvraagstuk
‘Nederland is een klein land met grote ambities en nog grotere uitdagingen. De ruimtelijke opgaven die op ons afkomen zijn immens – de demografische groei en wat die betekent voor de woningbouw en de stedelijke ontwikkeling, de transitie in de landbouw, de transitie in onze energievoorziening. We staan aan de vooravond van een grote verbouwing’, aldus De Jonge. ‘Om die in goede banen te leiden, moeten we de regie op de ruimtelijke ordening hernemen. Het is een kwestie van rentmeesterschap, we zijn het aan onze kinderen en kleinkinderen verplicht om meerdere generaties vooruit te denken en de goede keuzes te maken. Die schaarste aan ruimte maakt dat het Rijk de regie in het ruimtelijke domein moet hernemen: om te kiezen, om te verdelen en om een eerlijke uitkomst mogelijk te maken in dit verdeelvraagstuk.’

Nationale keuzes
Een deel van de keuzes zal volgens de minister op nationaal niveau moeten worden gemaakt. De grote urgente opgaven krijgen vorm via de verschillende nationale programma’s van de verschillende ministeries in het fysieke domein. Meer dan in de afgelopen jaren zal het kabinet zelf keuzes moeten maken indien nationale opgaven elkaar ruimtelijk in de weg zitten of wanneer de ruimtelijke kwaliteit hierom vraagt. In de verschillende programma’s worden ruimtelijke structurerende keuzes gemaakt.

Ruimtelijke puzzel per provincie
De 12 provincies wordt gevraagd om de nationale opgaven en doelen ruimtelijk te vertalen, in te passen en te combineren met decentrale opgaven. Per 1 oktober 2022 worden de opgaven per beleidsdomein geformuleerd, de provincies leggen vervolgens de ruimtelijke puzzel per provincie. Met deze ruimtelijke puzzel ontstaat uiterlijk 1 juli 2023 inzicht of de uitvoering van de programma’s ruimtelijk mogelijk is in de betreffende provincie of dat nationale aanvullende keuzes noodzakelijk zijn. Wederkerige afspraken hierover in oktober 2023 vormen het ruimtelijke arrangement per provincie.

NOVEX-gebieden
Naast de ruimtelijke regie per provincie wordt ook ingezet op een gebiedsgerichte regie. Voor een aantal regio’s is duidelijk dat de nationale opgaven dusdanig stapelen, dat het nodig is om deze gebiedsgericht te ordenen en te prioriteren. Dit zijn de NOVEX-gebieden, die krijgen een andere bestemming of worden opnieuw ingericht. Een aantal gebieden stond al bekend als Nationale Omgevingsvisie (NOVI)-gebied of als gebieden met grote verstedelijkingsopgaven: Amsterdam Noordzeekanaalgebied, het Groene Hart, de Rotterdamse haven, North Sea Port District, Zuidelijke Randstad, MRA, Utrecht, regio Zwolle, Groningen-Assen, De Peel en Zuid-Limburg, Stedelijk Brabant, Arnhem-Nijmegen-Foodvalley en NOVEX-gebied Groningen. 2 nieuwe gebieden zijn daaraan toegevoegd: de regio Schiphol en de Lelylijn.

Hogere opwek nodig?
‘De opwekking van energie op het land is een grote ruimtelijke opgave, met veel maatschappelijke impact’, vervolgt De Jonge. ‘Er wordt ook gekeken naar de rol die kernenergie daarin kan spelen. Om het toekomstige energie- en economische netwerk zo efficiënt mogelijk in te richten, is het mogelijk om nieuwe grootschalige en energie-intensieve functies (inclusief bijbehorende netwerken) te plaatsen in “corridors” en op knooppunten bij deze corridors. Deze clusters, gesitueerd op enkele zorgvuldig bepaalde locaties, kunnen dan ook fungeren als schakels in het energie- en mobiliteitssysteem. Hierbij zijn koppelingen denkbaar met bestaande infrastructuren, zoals spoorlijnen, waterwegen, buisleidingen of hoogspanningstracés. Bij de planning van deze corridors en knooppunten moet rekening worden gehouden met zeespiegelstijging en de ruimte die nodig is om hoge waterstanden op te vangen. Op korte termijn zijn fundamentele systeemkeuzes nodig. Bijvoorbeeld over de rol die waterstof inneemt in de energietransitie, over de bundeling van netwerken in corridors en over de clustering in knooppunten.’

Daarbij signaleert De Jonge diverse nationale vraagstukken. ‘Hoe kan de energievraag en de vraag naar (schaarse) grondstoffen en materialen worden gereduceerd, om de ruimtelijke opgave rond het verduurzamen van de resterende vraag haalbaar te maken? Wat kan ruimtelijk beleid hieraan bijdragen? Welke systeemkeuzes horen daarbij? Is er een hogere opgave voor de opwekking van duurzame energie op land? En zijn er dan ook nadere ruimtelijke richtinggevende uitspraken nodig om dit goed vorm te geven?’

Maximaal zon op dak
Minister De Jonge herhaalt dat minister Jetten voor Klimaat en Energie nog deze maand met een beleidsbrief voor zonne-energie komt. Hij licht daarbij al een tipje van de sluier op over de keuzes die in de brief worden gemaakt, zoals maximaal inzetten op zon op dak.

‘De opgave voor hernieuwbare energie op het land blijft nodig. Dubbel ruimtegebruik is noodzakelijk, ook met het oog op maatschappelijk draagvlak voor opwekking. Het kabinet zet erop in dat daken en andere objecten maximaal kunnen worden benut voor de opwekking van zonne-energie. Daarbij wordt gekeken naar de versterking van de voorkeursvolgorde zon-pv en het verder stimuleren, faciliteren en normeren van zon op daken en mogelijk ook op objecten. Daarbij worden vraag en aanbod van elektriciteit samengebracht. Om cumulatie van ruimtebeslag van nieuwe functies in het landelijk gebied te beperken, wordt overwogen om met slimme normering te sturen op maximaal zon op dak bij nieuwbouw in green fields.’

Verder worden in de ‘zonbrief’ ook keuzes gemaakt over sturen op multifunctioneel ruimtegebruik bij de opwek van zonne-energie op land.

Nationale programma’s
Minister De Jonge meldt tot slot samen met zijn collega’s aan het kabinet volop te werken aan de totstandkoming van nationale programma’s op meerdere domeinen: het bodem- en watersysteem, voor landbouw en natuur, ordenende netwerken voor energie en een (circulaire) economie en voor leefbare steden en regio’s.

Voor energie gaat het onder meer om het Programma Energiehoofdstructuur (PEH). Dit programma is gericht op de ruimtelijke planning van het energiesysteem op nationale schaal. Voor de zomer van 2023 wordt door minister Jetten het ontwerpprogramma opgeleverd. Daarmee wordt in samenhang via het Nationaal Programma Infrastructuur Duurzame Energie (PIDI) voor versnelling van de realisatie van de infrastructuurplannen gezorgd die de industrie nodig heeft om de klimaatdoelstellingen te behalen. Een ander voorbeeld van een programma is het Nationaal Plan Energiesysteem met als zichtjaar 2050. Met het programma wordt vanuit de publieke belangen van leveringszekerheid, betaalbaarheid, veiligheid en ruimtelijke inpasbaarheid ook richting gegeven aan de gewenste ontwikkeling van het energiesysteem.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten