logo
wvhj2023
© Solarfields
© Solarfields
20 mei 2022

Kabinet overweegt doel wind- en zonne-energie te verhogen, besluit eind 2022

Minister Jetten overweegt het doel van 35 terawattuur hernieuwbare elektriciteit op land te verhogen. Het kabinet neemt hierover eind 2022 een besluit, alsook over een eventuele overgangsregeling na de SDE++.

De minister voor Klimaat en Energie doet deze mededeling in de Zonnebrief waarmee hij de Tweede Kamer uitleg geeft over hoe het zonne-energiebeleid de komende jaren eruit zal zien.

Het huidige doel van 35 terawattuur vervult volgens Jetten momenteel een dubbele functie. Het is enerzijds een ambitie voor hernieuwbare elektriciteit op land als invulling van het vorige kabinetsdoel uit het Klimaatakkoord om 49 procent minder CO2 uit te stoten in 2030. Het is anderzijds een maximum voor hernieuwbaar op land in de subsidieregeling SDE++, dat volgens hem nodig is om hierin ook een plaats te geven aan andere (duurdere) technieken, zoals duurzame warmte.

Transitiespelregels
‘De ambities van dit kabinet voor zon-pv, de verhoogde doelstelling van 55 procent CO2-reductie in 2030 onder het Fit-for-55-pakket en de waarschijnlijke vraagstijging bieden aanleiding om de doelstelling van 35 terawattuur te herijken’, stelt minister Jetten. ‘Een herijking is ook afgesproken in het Klimaatakkoord.’

Hij zal de komende periode het initiatief nemen om voor deze herijking een interbestuurlijk overleg op te starten met de medeoverheden en het Uitvoeringsoverleg Elektriciteit van het Klimaatakkoord. ‘In dit interbestuurlijk overleg wil ik transitiespelregels opstellen voor de ontwikkeling van wind en zon en eventuele stimuleringsinstrumenten vormgeven. Hierbij zal nadrukkelijk aandacht zijn voor het CO2-reductiepotentieel van zon-pv en daarmee voor de plaats die meer zonnestroom heeft in het toekomstige energiesysteem. Hiermee samen hangt ook de vraag hoeveel CO2-vrije elektriciteit er nodig is in 2030 en de jaren daarna, zowel in totaal als op specifieke momenten.’

RES blijft leidend
Het antwoord op die laatste vraag wordt momenteel onderzocht door het Uitvoeringsoverleg Elektriciteit/Energie.

Jetten hierover: ‘In het herijkingstraject zal in ieder geval ook gelden dat het Regionale Energie Strategie (RES)-proces leidend blijft bij de ruimtelijke inpassing van hernieuwbaar op land. Ook geldt dat rekening moet worden gehouden met het dilemma rond de capaciteit op het net. Nieuwe ambities zouden niet moeten leiden tot een inefficiënte aanpak van het verzwaren en uitbreiden van het net, vandaar dat programmeren van groot belang is.’

Investeringszekerheid bieden
Van belang bij de herijking van de doelen is volgens de minister dat wordt voorkomen dat nieuwe initiatieven de komende jaren minder snel van de grond kunnen komen of stilvallen, of dat – door de nieuwe extra dimensie van het energievraagstuk – ruimtelijke besluitvormingsprocessen bij medeoverheden onnodig worden vertraagd. ‘Daarom moet ook op korte termijn duidelijkheid worden geboden over het bieden van investeringszekerheid en de eventuele instrumenten ter stimulering van de doelen’, aldus de minister.

Bij de herijking van de doelen zal daarom ook de afspraak uit het Klimaatakkoord over het blijven borgen van investeringszekerheid betrokken worden, ook na het stoppen van de subsidie via de SDE++ voor wind en zon. Onder welke omstandigheden een instrument hiervoor wenselijk is en of een overgangsregeling hiervoor geschikt zou zijn, heeft de minister laten onderzoeken door adviesbureau Trinomics.

Overgangsregeling na SDE++ niet logisch
In zijn onderzoek concludeert Trinomics concludeert dat de onderzochte optie voor een overgangsregeling voor wind- en zonne-energie – waarin de onrendabele top lager wordt ingeschat door middel van een andere rekenmethode die ook rekening houdt met winsten door hoge elektriciteitsprijzen – onder de nu voorziene omstandigheden waarschijnlijk niet de meest logische keuze is.

Jetten: ‘Onderdeel van de herijking van het doel voor hernieuwbaar op land is daarom ook de vraag hoe kan worden voorkomen dat de ontwikkeling van wind- en zonprojecten volledig stilvalt door een gebrek aan investeringszekerheid.’

Uitsluitsel
De minister stelt dat het kabinet zich daarbij realiseert dat de ambities voor meer zonnepanelen op daken en het sturen op multifunctioneel ruimtegebruik, gecombineerd met transportschaarste op het elektriciteitsnet en de daarvoor benodigde oplossingen, zullen leiden tot meerkosten waar in de SDE++ geen rekening mee kan worden gehouden.

‘Er wordt onderzocht of, en zo ja op welke wijze, vanuit het Rijk (gedeeltelijk) tegemoet gekomen kan worden aan deze kosten’, besluit de minister. ‘In hoeverre andere kostenverhogende aspecten vergoed moeten worden, hangt samen met de vraag wat een acceptabele terugverdientijd is. Over investeringszekerheid en eventuele stimulering zal het kabinet uiterlijk eind 2022 uitsluitsel geven, zodat het beleid hier uiterlijk begin 2024 (red. de cap van 35 terawattuur in de SDE++ op zal aansluiten.’

Holland Solar: ‘Open oproep aan het kabinet om met sector in gesprek te gaan’

‘Voor de zonne-energiesector is het volstrekt duidelijk dat het doel van 35 terawattuur wind- en zonne-energie onvoldoende is om aan de Nederlandse elektriciteitsvraag in 2030 te voldoen. Wij zijn en blijven met het ministerie in gesprek om dat doel te verhogen en daarbij de zonne-energiesector, ook na de SDE++, investeringszekerheid te bieden.’ Aan het woord is Nold Jaeger, senior beleidsmedewerker bij Holland Solar.

Voor Holland Solar is het volgens Jaeger volkomen duidelijk dat de Nederlandse elektriciteitsvraag de komende jaren exponentieel gaat groeien. ‘In het licht van de verplichte uitrol van hybride warmtepompen en elektrische auto’s, maar ook de toenemende elektrificatie van de industrie en doelstellingen voor groene waterstof is het niet meer dan logisch dat het 2030-doel van 35 terawattuur hernieuwbare elektriciteit op land wordt verhoogd. Doe je dat niet, dan moet je gebruikmaken van Russisch aardgas. En als de oorlog in Oekraïne iets heeft duidelijk gemaakt, is het dat je dat niet moet willen.’

‘Wij doen een open oproep aan het kabinet om met onze sector in gesprek te gaan en te kijken wat we aan extra duurzame stroom kunnen leveren’, vervolgt Jaeger. ‘De Nederlandse zonne-energiesector installeert momenteel jaarlijks een hoeveelheid zonnepanelen die evenveel stroom kunnen leveren als de kerncentrale van Borssele. Dat doen we op een plek waarvan we als samenleving het gevoel hebben dat het goed past en veilig is. En ja tegelijkertijd, is de inzet op het slim inpassen op het elektriciteitsnet van de snelgroeiende hoeveelheid zonne-energie in het energiesystemen cruciaal voor het toekomstige succes.’

Zo ook het bieden van investeringszekerheid. Jaeger: ‘Het is nu nog niet duidelijk of het een goed idee is om per 2024 te stoppen met subsidie voor wind- en zonne-energie via de SDE++. Dat hangt echt af van hoe een overgangsregeling wordt vormgegeven. Wat wel duidelijk is, is dat de zonne-energiesector ruim van tevoren duidelijkheid wil hebben. De markt heeft immers investeringszekerheid nodig om goed te kunnen functioneren. We zijn blij om te zien dat minister Jetten die behoefte in zijn Zonnebrief erkent. Wat ons betreft, gaan we keihard aan de slag om, samen met het ministerie, nog dit jaar een goede en werkbare overgangsregeling vorm te geven. Evident is dat ook na 2024 de overheid nodig is om investeringszekerheid te kunnen bieden. Dit wil niet zeggen dat de overheid gigantisch veel geld aan subsidie kwijt is – liever niet zelfs – maar er moet wel zekerheid geboden worden dat het investeren in grootschalige zonnestroomsystemen een goede investering is.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten