Groen licht rechter voor zonnepark in De Bilt, geen sprake van geluidsoverlast

De Bilt verleende voor de zonneweide die gebouwd gaat worden tussen de A27 en Groenekan – ter hoogte van een tankstation – ondanks bezwaren van omwonenden een omgevingsvergunning.

Achtertuin
De omwonenden vrezen dat het zonnepark geluidsoverlast gaat veroorzaken in hun achtertuin. Zij stelden in de rechtszaal dat de gemeente de inspraakprocedure onzorgvuldig zou hebben doorlopen en dat het gemeentelijk beleid niet goed is toegepast. Ook stellen zij dat er allerlei gebreken kleven aan de omgevingsvergunning.

De rechtbank geeft de omwonenden echter geen gelijk en vindt dat het bestuurscollege van De Bilt goed heeft uitgelegd waarom gebruik is gemaakt van de bevoegdheid om af te wijken van het bestemmingsplan. Er is namelijk geen sprake van strijd met het rijks- of gemeentelijk beleid, voor zover dat ziet op de voorkeursvolgorde. Ook is de gevolgde procedure zorgvuldig geweest.

Afstand
De afstand tussen de percelen van de omwonenden die het meest dichtbij liggen en de geluidsobjecten – zoals transformatoren en omvormers – is bijna 100 meter en voldoet daarmee aan de richtafstand van minimaal 50 meter.

Tot slot geldt volgens de rechtbank dat er geen zogenaamde aanhaakplicht is vanwege de dassen en platte schijfhoren. De slakkensoort platte schijfhoren is in het gebied niet aangetroffen, maar verder onderzoek was wel nodig. De onderzoeksplicht van het college strekt naar het oordeel van de rechtbank niet zo ver dat die de vergunningsaanvraag had moeten aanhouden totdat het aanvullend onderzoek was afgerond.

Ongegrond
Al met al verklaart de rechtbank het beroep ongegrond. De rechter vindt het standpunt van de gemeente dat de zonneweide niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening redelijk, en stelt bovendien dat de motivering van dat besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Het college heeft daarom kunnen afwijken van het bestemmingsplan en de gevraagde omgevingsvergunning kunnen verlenen. Het beroep van de omwonenden wordt dan ook ongegrond verklaard. Zij krijgen daarom het griffierecht niet terug en ook geen vergoeding van hun proceskosten.