logo
© Holland Solar
© Holland Solar
15 december 2025

‘De elektrische eeuw is begonnen, batterijen zijn niet meer te stoppen’

Het aantal grote batterijen groeit snel in Nederland. Dat gaat echter niet zonder slag of stoot, aldus Nold Jaeger. ‘Een efficiënte uitrol waarbij ze alle mogelijke maatschappelijke functies vervullen is noodzaak.’

Nold Jaeger is directeur beleid van Holland Solar en NedZero. Bij deze brancheverenigingen voor de zonne- en windenergiesector, die dit jaar vergaand integreerden, zijn ze tevens volop bezig met de lobby voor batterijbeleid in Den Haag en de regio, vertelt Jaeger, en niet zonder reden.

Rare dingen
Jaeger: ‘We zijn al heel ver met een mooie nieuwe motor voor ons energiesysteem van de toekomst; wekken al heel veel groene stroom op. Die hebben we echter deels met oogkleppen op gebouwd, met alle gevolgen van dien. De energiemarkten doen nu rare dingen. Op specifieke momenten is stroom heel duur, op andere bijzonder goedkoop. Daarnaast heeft steeds meer productie van zon en wind ook bijgedragen aan problemen aan de kant van de energie-infrastructuur; steeds meer congestie op het net. Die motor heeft dus een stuur en gaspedaal nodig om optimaal te kunnen rijden, en dat zijn batterijen. Maar let wel; zonder motor zijn een stuur en gaspedaal nutteloos, en omgekeerd natuurlijk ook. Dat is waarom het voor ons als lobbyisten voor de wind- en zonne-energiesector zo logisch is dat wij ons vol focussen op batterijen.’

Sneltreinvaart
De zakelijke batterij, energieopslagsystemen aan de productiekant, bijvoorbeeld bij bedrijven en zonneparken, komt snel op in Nederland. Hoewel die gemeld moeten worden bij de netbeheerder, zijn exacte cijfers niet voorhanden. Een flink deel van die batterijen wordt ondanks die verplichting niet geregistreerd. Dat de uitrol in sneltreinvaart gaat, zal echter niemand betwisten, stelt Jaeger. Hij heeft het, terugkijkend op 2025, over exponentiële groei. ‘Die werd onder andere mogelijk gemaakt door het hoge innovatietempo: de efficiency van batterijen is sterk toegenomen, de prijs fors gedaald. Alleen dit jaar al ruim 8 procent.’

Fundamentele implicaties
‘En dat is maar goed ook’, zegt Jaeger. ‘Batterijen zijn keihard nodig. Opwek en opslag gaan inmiddels hand in hand. Zonder de één kan het ander niet groeien; ze zijn integraal met elkaar verbonden bij het realiseren van onze energietransitie.’

Tegelijkertijd verklaart hij de snelle opkomst van batterijen vanuit een breder perspectief en noemt daarbij een term afkomstig van de International Energy Agency (IEA). Die organisatie stelt dat de elektriciteitseeuw is aangebroken, en het gebruik van die term heeft fundamentele implicaties.

Niet te stoppen
‘Tot voor kort was er sprake van automatische koppeling van de productie van hernieuwbare stroom en elektrificatie aan het tegengaan van klimaatverandering door CO₂-reductie’, vertelt Jaeger. ‘Dat was waarvoor we het allemaal deden. Inmiddels is bij velen het besef doorgedrongen dat het gebruiken van elektriciteit gewoonweg een veel efficiëntere en goedkopere manier is om in onze energiebehoefte te voorzien dan het verbranden van gas, olie en kolen. Daarmee is duidelijk dat de wereldwijde energietransitie niet meer te stoppen is; elektrificatie is economisch de meest logische weg en de uitrol van batterijen is daar dus een wezenlijk onderdeel van. Die trend staat los van de hartstochtelijke wens om CO2 te reduceren; elektrisch is gewoonweg de standaardkeuze bij nieuwe investeringen of vervanging van oude apparaten, vervoermiddelen of verwarming en koelingsinstallaties.’

Vele discussies
Ondanks de snelle uitrol van grote batterijen in Nederland verloopt die niet zonder slag of stoot, benadrukt Jaeger. Hij wijst daarbij op de vele discussies die momenteel spelen, grote en kleine. Een voorbeeld betreft de ruimtelijke inpassing van batterijen bij zonneparken. Die zet volgens hem een ongewenste rem op deze zaak. Daarnaast speelt nog veel onduidelijkheid op het vlak van financiën; de geloofsstromen aangaande de businesscase van batterijen lopen nogal uiteen.

Goed en slecht
Jaeger: ‘Dat heeft te maken met de vele toepassingen van batterijen. Je kunt ze bijvoorbeeld gebruiken voor de handel op verschillende energiemarkten. Wanneer je daarbij ook vanuit het net laadt, wegen de kosten soms niet op tegen de investering, mede omdat batterijen door de wet worden aangemerkt als afnemers en daarvoor hoge nettarieven in rekening worden gebracht. De nieuwe contractvormen bieden deels een uitweg, maar we zijn er nog niet. Tegelijkertijd, een batterij kan bijvoorbeeld ook een fabrikant in staat stellen om productie te blijven draaien, ondanks de congestieproblematiek van nu. Dan is het verdienmodel totaal anders. Die is namelijk gebaseerd op het eindproduct dat een fabrikant kan maken op het moment dat de batterij energieverbruik mogelijk maakt, wanneer het net dat niet kan. De verdienmodellen kunnen kortom goed zijn, maar ook zeer slecht. Ze zijn situatiegebonden, wat ook discussies over subsidiëring niet eenvoudig maakt. Het is allemaal bijzonder complex.’

Systeemdenken
Gaan batterijen ondanks die kanttekeningen van Jaeger vanzelf vliegen in Nederland? Voor een groot deel wel, zo stelt hij. Tegelijkertijd onderstreept hij het belang van een zo efficiënt mogelijke uitrol waarbij alle maatschappelijke functies die een batterij heeft bij elkaar komen. Daarvoor is systeemdenken van alle betrokken partijen noodzaak. Als voorbeeld haalt Jaeger het beleidsvoornemen aan om uitgestelde levering met een batterij bij zonne- en windparken mogelijk te maken met behoud van subsidie vanuit de SDE++; het hier tegenoverstellen van een aantal vollasturen.

Verantwoordelijkheid
‘Dat is mooi’, zegt Jaeger. ‘Maar je zou er niet voor in aanmerking komen wanneer de batterijen op colocaties ook stroom afnemen uit het net. De Europese Commissie verbiedt dat vooralsnog, omdat het tot een oneerlijk speelveld in de markt zou leiden. Terecht of niet: het betekent wel dat terwijl die batterij bij een zonne- of windpark niet ook kan worden ingezet om diensten aan TenneT te leveren of actiever te zijn op de day-aheadmarkt, waardoor er nog een extra batterijproject ontwikkeld moet worden om die functie op zich te nemen. Dat is uiteraard zeer inefficiënt; dat moeten we niet willen. Maar de bal ligt natuurlijk niet alleen in de hoek van de overheid. Ook de sector draagt verantwoordelijkheid voor een efficiënte uitrol en inzet van batterijen. Neem bijvoorbeeld installateurs of leveranciers die thuisbatterijen naar de markt pushen met wervende verhalen over de verdiensten uit handelen in elektriciteit en netondersteuning. Dat leidt tot veel negatieve publiciteit wanneer, vanzelfsprekend, blijkt dat je simpelweg geen gouden bergen moet beloven. Als sector moeten we het ingewikkeldere en genuanceerdere verhaal vertellen; dat de businesscase van deze batterijen uiteraard ook afhankelijk is van het energieverbruik en -profiel van huishoudens, en belangrijker: de mate waarin ze meer zelfconsumptie van zonnestroom kunnen realiseren. Er moet dus een genuanceerder en meer langetermijnverhaal worden verteld door onze sector. Als we het hebben over knelpunten in de uitrol van batterijen moeten we dus concluderen dat een deel bij de overheid ligt, maar dat er voor onszelf als sector ook een opdracht ligt.’

Deel dit artikel:
In samenwerking met
storage_magazine_logo

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten